Lessons learned…door het legaat van een overledene

17 februari 2014

Op een donderdagavond in januari mocht Compassion for Care een avond verzorgen voor geneeskundestudenten van het UMC Utrecht. De aanleiding was bijzonder te noemen; een patiënt van dit ziekenhuis overleed en wilde een bedrag beschikbaar stellen voor ‘een gezamenlijke lunch met studenten om met hen te discussiëren over het belang van empathie in de relatie geneesheer-patiënt, welke thans zo weinig van belang schijnt’.

Anatomie-afdeling
Het verzoek kwam binnen op de anatomie-afdeling. Daarop zocht professor Bleys naar een geschikte vorm en kwam uit bij Compassion for Care. Het programma is zo opgesteld dat het zou voldoen aan de wens van de overleden patiënt.

Prof. Bleys vertelt met een grote betrokkenheid over deze man en zijn verzoek. De patiënt had naast zijn legaat ook zijn lichaam aan de wetenschap beschikbaar gesteld. In dit laatste is hij niet uniek. Zijn profiel komt overeen met de statistieken: een onafhankelijk persoon, niet-religieus, academisch geschoold. De anatomie-afdeling onder leiding van Bleys is niet alleen maar met het dode lichaam bezig. Bleys legt uit dat hij ook bezig is met de mens achter het stoffelijk overschot. Nabestaanden kunnen moeite hebben met het afscheid als het op een andere wijze plaatsvindt dan bij mensen die zich na het overlijden niet voor de wetenschap hebben opgegeven. Daarom wordt een kaarsje aangestoken voordat men het anatomisch onderzoek op het lichaam start en is er een plek ingericht waar de namen van de overledenen op herdenkingstegeltjes zijn geplaatst.

Compassie in theorie en praktijk
Peter Vermeiren vertelt over de ‘science of compassion’ en de aanwezige studenten nemen de stof gretig op. De wetenschappelijke achtergronden van compassie vanuit neurologie, biologie, sociologie en andere bronnen, spreken aan.

Ook het verhaal van gynaecoloog Alec Malmberg wordt goed ontvangen. Als arts maakt hij zich sterk voor de ‘zachte’ kanten van het vak. Compassie is duidelijk zijn drijfveer en hij weet dit op gepassioneerde wijze over te brengen op anderen. Ik bewonder zijn moed en de energie die hij hierin steekt.

Dan ben ikzelf aan de beurt. Ik doe een ‘Over de Streep’-sessie met de studenten en enkele artsen, teamleiders etc. We zijn uitgelopen dus ik moet keuzes maken en wil graag de belangrijkste stellingen over het voetlicht brengen. Ik vertel iets over mezelf, immers de studenten worden door mij aan een vragenvuur blootgesteld waar ook zeer persoonlijke of ongemakkelijke vragen tussen zitten. Ik begin mijn introductie door te vertellen dat ik iemand ben die een lange relatie heeft gehad met de gezondheidszorg. Niet als zorgverlener, niet als patiënt maar als familielid. Ik licht toe dat ik de verschillende perspectieven die in de zorg aanwezig zijn, van patiënt, familie, zorgverlener en organisatie, inmiddels goed ken.

Over de streep

De eerste stelling is ‘ga over de streep als je je ondersteund voelt door je omgeving’. Iedereen gaat over de streep, wat fijn is omdat er toch wat schroom wordt weggenomen op die manier. Op de vraag of je wel eens verschil hebt gemaakt als zorgverlener voor een patiënt, stipt iemand aan dat ze als coassistent meer aandacht voor de patiënt had dan een arts. Als troost bij een slecht nieuws gesprek had ze de patiënte even had aangeraakt. Dit brengt mij ‘spontaan’ op de volgende vraag: ‘Mag je als zorgverlener iemand aanraken?’ Niemand gaat over de streep, maar ik zie een paar aarzelingen. Ik steven met de microfoon op een jongeman af die ik zichtbaar zie twijfelen. Hij zegt dat hij dit ooit een keer heeft gedaan, maar op het matje werd geroepen door de arts die hem begeleidde. Een levendige discussie brak los. En dat is nu net wat we met deze werkvorm willen bereiken.

Persoonlijke verhalen.

Als laatste vraag ik of aanwezigen over de streep willen gaan als een ander iets bijzonders voor ze heeft gedaan en ze dit met ons wilde delen. Zes mensen komen over de streep. Wat volgt zijn kleine, heel persoonlijke verhalen met een grote impact. Een paar hiervan geef ik kort weer. De eerste studente vertelt bijna verontschuldigend dat het misschien voor de meesten niet bijzonder is, maar dat ze haar ouders erg dankbaar is omdat ze haar altijd en in elke situatie gesteund hebben. Dit betekent heel veel voor haar en je kan haar dankbaarheid, gepaard met haar onzekerheid om zo in de schijnwerpers te staan van haar gezicht aflezen. Spontaan krijgt ze een warm applaus van haar medestudenten.

De tweede boomlange student oogt zelfverzekerd en hij vertelt dat hij op een avond thuis op de bank zat en zich rot voelde. Hij moest zelfs huilen maar wist niet waarom. Zijn vader trof hem zo aan en is toen bij hem gaan zitten. Zonder iets te zeggen bleef zijn vader bij hem zitten op de bank. Nog steeds weet hij niet wat er aan de hand was, maar dit gebaar heeft grote indruk op hem gemaakt.

De volgende is een volwassen vrouw die een hele zware periode door heeft gemaakt. De meeste mensen zeggen dan in zo’n situatie als steunbetuiging ‘je kunt me altijd bellen als er iets is’, maar niet deze vriendin. Zij voelde dat ze moeilijk om hulp kon vragen dus zei ze, ‘ik wil er voor je zijn, maar ik wil een haalbare afspraak maken, dus ik kom iedere maandag van 15.00 – 17.00 uur bij je’.

Weer een ander verhaal ging over hoop. Een arts zei ooit tegen deze persoon de woorden ‘het komt goed’, dat was genoeg om het vertrouwen te hebben dat haar zoontje beter zou worden.

Lessen

Alle verhalen die werden verteld, hadden alle ingrediënten van compassie in zich. Ik hoefde dit alleen nog maar samen te vatten. Kunnen zijn wie je bent en de onvoorwaardelijke liefde en steun (van je ouders) ontvangen, aanwezig zijn zonder iets te hoeven zeggen of te doen, realistische afspraken maken waar de ander op kan bouwen en hoop bieden. Dit waren de wijze lessen die ik die avond heb geleerd en die ik nog een tijd met me mee blijf dragen.

Sopa Bouman

Teamlid Compassion for Care

TEKEN HET CHARTER VAN COMPASSION FOR CARE

Teken nu

Momenteel hebben mensen het charter getekend