Op de been

17 maart 2015

“Je moet hard werken om op de been te blijven, zeg”, zei een vriendin vorige week toen het griepvirus met pittige koortsaanvallen genadeloos had toegeslagen. Deze mededeling volgde amper drie weken na diverse loftuitingen van anderen: wat was ik toch op dreef en wat fijn dat alles me zo mee zat.

Soms zit het mee, soms zit het tegen. Het is een misvatting dat in goeie periodes alleen maar goeie dingen gebeuren, na elke klim volgt een afdaling. Dat klinkt naar en niet erg leuk. Ontnuchterend bijna. En toch gaat het wel zo, dat leven van alledag.

Ik heb een sterke intuïtie, heb ik gemerkt. Als ik er, meteen ’s ochtends bij het opstaan, goed naar luister én naar handel, ontvouwt de dag zich vreedzaam. In harmonie. Ook al is tussen lichaam en geest de balans soms ver te zoeken.

Door afwisselende kourillingen en hittedampen het hoofd te bieden, was het energieniveau van mij, als actief en denkend persoon, bedroevend laag en de lamlendigheid hoog. Terwijl de zon in de loop van de dag steeds feller scheen en de lente met rasse schreden naderde. Ertegen vechten? Beter mijn best doen? Me oppeppen? Voor wie?

Ik ging met zelfliefde terugkijken: op de dag ervóór die me zo veel had gebracht. Lekker aan de wandel, ‘heel gewoon’ rustig lopen, kijken en genieten. Vrolijk, goed gemutst, onbevangen. Ik bracht een loopmeditatie van de Vietnamese monnik Thich Nhat Hanh in de praktijk volgens ‘De geur van vers gemaaid gras’: laat zorgen en verdriet achter je, precies zoals we onze regenjas uitdoen en afschudden om alle regendruppels ervan af te laten rollen.

De zorg, het lichaam met koorts, is inmiddels opgelost. Maar ik koester nog steeds de rust en het ‘wakker zijn om los te laten’, zoals de boeddhistische monnik dit heldere besef noemt. Ik breek niet meer zo vaak mijn hoofd over wat er misschien aan het eind van een dag nog meer mogelijk was geweest en wat nog beter had moeten zijn.

Ik geef me in mijn vrije tijd vaker over aan wat mijn lichaam en ik genoeglijk vinden. Genieten van de zon bijvoorbeeld, zelfs als ik geen zin heb om naar buiten te gaan. Me, behaaglijk onder een kleedje, koesteren in de (niet door mij!) opgeruimde en gesopte kamer waar de zonnestralen alle mooie spullen in een gouden gloed onderdompelen. Zonder enig gevoel van schuld.

Probeer het zelf ook eens, onbevooroordeeld luisteren naar je lijf. Ook als je niet ziek of kwetsbaar bent. Goed opletten wat je dán ervaart… Dit gevoel, dit genieten is op een gezonde manier verslavend, het houdt je …. letterlijk en figuurlijk op de been!

Welmoed van der Goot

TEKEN HET CHARTER VAN COMPASSION FOR CARE

Teken nu

Momenteel hebben mensen het charter getekend