Heb jij dat ook? Dat er zoveel dingen te doen zijn? Zoveel dingen om aan te denken?

Op je werk is je spreekuur vol. Je moet nog een aantal brieven maken. Iets opzoeken over dat ziektebeeld. Een patiënt terugbellen. Een praatje of een vergadering voorbereiden.

En dan thuis: de boodschappen moeten gedaan. Er hangt nog steeds geen lamp op de overloop. Eigenlijk wil je de zolder eens opruimen. Je moet hoog nodig je beste vriendin bellen. De kinderen hebben nieuwe kleren nodig. En ga zo maar door.

Laat staan dat je nog ergens tijd voor jezelf hebt.

Je hebt gewoon tijd tekort!

En je hebt geen tijd idee hoe je aan meer tijd kunt komen.

De oplossing is: minder gaan doen.

Nu zul je denken: ‘ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan’. En daar heb je gelijk in.

Je weet wel dat je tegen sommige dingen ‘nee’ moet zeggen, dat je prioriteiten moet stellen en dat je keuzes moet maken. Hoewel dat allemaal nuttig is, is dat niet wat ik bedoel.

Ik bedoel dat je pauzes gaat inlassen.

In de vorm van ‘micro-breaks’.

We weten dat onze hersenen ’s nachts 4-5 cycli van ongeveer 90 minuten doorlopen. Er zijn aanwijzingen dat deze cycli overdag doorgaan (dit worden ‘ultradian rhythms‘ genoemd). En eigenlijk merk je dat zelf ook al. Na 1 á 2 uur geconcentreerd werken dwaal je af. Gaat het werk minder snel. Voel je je een beetje duf. De meeste films duren niet voor niets ongeveer anderhalf uur!

Je bent veel effectiever en efficiënter als je iedere 90 minuten even een pauze neemt.

Zo’n pauze hoeft niet eens lang te zijn. Een paar minuten is al genoeg. Als je maar even iets heel anders doet. Heb je stilgezeten: ga bewegen. Heb je veel gepraat: drink rustig een kopje in je eentje. Heb je achter de computer gewerkt: maak even een praatje met je assistente of een collega.

Zet een timer (op je telefoon, computer of met een ouderwetse wekker) om je eraan te herinneren.

Uit onderzoek blijkt dat je de ‘verloren tijd’ van een pauze meer dan terugwint doordat je veel meer doet in de tijd dat je wel bezig bent.

Daarnaast zijn er ‘mini-breaks’.

Een halve of een hele dag iedere 4 tot 6 weken helemaal voor jezelf.

Jij bepaalt wat je gaat doen. Lekker in je eentje een goed boek lezen. Een flinke wandeling in het bos of de duinen. Een middagje bijkletsen met een vriendin. Of als het weer mag: naar de sauna.

Om te zorgen dat het ook ECHT gebeurt, heb ik voor de komende maanden de ‘mini-breaks’ in mijn agenda gezet.

Ik beschouw het als een heel belangrijk onderdeel van mijn gezondheid. Net zoals gezond eten, genoeg slapen, regelmatig bewegen. Het is belangrijk om geregeld te ontspannen. Even afstand te nemen van de dagelijkse gang van zaken. Om weer nieuwe energie op te doen.

Daarna kun je weer sneller en slimmer omgaan met alles wat er op je afkomt. En houd je tijd over!

Dus je krijgt meer gedaan door minder te gaan doen! En door dat ‘nietsdoen’ ook echt in te plannen.

Auteur: Marga Gooren